KOKO MOJO RECORDS - SOUTHERN BRED LOUISIANA & NEW ORLEANS R&B ROCKERS : VOL. 18-20: JUMPIN’ from SIX to SIX / YOU BETTER BELIEVE IT / MARDI GRAS IN NEW ORLEANS – VARIOUS ARTISTS

Artiest info
Website
facebook

Rhythm and Blues (R&B) is de verzamelnaam voor de muziek van zwarten in de VS tijdens de jaren 1940/1950, waaruit later de doo-wop en rockmuziek is ontstaan. R&B is een begrip dat werd geïntroduceerd door het Amerikaans weekblad voor de muziekindustrie Billboard Magazine. Het blad werd 126 jaar geleden (in 1894 door William Donaldson & James Hennegan) opgericht als Billboard Advertising en wou het begrip “race music”, dat aanstootgevend werd bevonden, vervangen. Uit een allegaartje van uiteenlopende muziekgenres als gospel, boogiewoogie, jazz en blues ontwikkelde zich een nieuw soort van dansbare muziek, die eerst met het racistische begrip "race music" werd omschreven. De typische instrumenten van het genre waren de trompet, de saxofoon en de elektrische gitaar. Als dansmuziek loste de R&B de swing af. De belangrijkste vertegenwoordigers van het genre waren aanvankelijk T-Bone Walker, Muddy Waters en B.B. King. Zij werden opgevolgd door meer door de gospel beïnvloede musici als Aretha Franklin, Ray Charles en Wilson Pickett of door meer naar de rock 'n' roll neigende musici als Fats Domino en Chuck Berry.

“To make people DANCE and ENJOY!!...“

Koko-Mojo Records maakt deel uit van Rockstar Records Limited (een divisie van de Rockstar Records label group) en is gevestigd in Cork, IE. Lang voordat deze markt werd overspoeld door goedkope copycat-releases van lage kwaliteit, stond Rockstar Records samen met ACE Records en Bear Family Records bekend om hun heruitgaven van hoge kwaliteit, hun “killer- NO-filler” ideologie.

Het doel van Koko-Mojo Records is heel simpel: dansbare muziek uit de jaren 1950 -onder de noemer Blues/R&B- op vinyl uitbrengen! Hun compilaties zijn samengesteld door dj's en hun belangrijkste doel is om je te laten dansen!

Koko-Mojo’s doelstelling om iedereen aan het dansen te krijgen “From Argentina via Los Angeles to Ireland from Blues to Hillbilly and Rockabilly...”, geldt ook voor de R&B compilaties die ze o.a. uitbrengen als “the mojo man special”, waarbij opgemerkt dient te worden dat er een verschil is tussen de originele R&B (een term die uit de jaren 1940 stamt en die staat voor stevige, rauwe muziek) en de hedendaagse (een genre dat er wel wat van wegheeft, maar dat over het algemeen veel zoetsappiger is).

De huis DJ, die heelwat cd’s voor Koko Mojo compileerde is Victor Mac, beter bekend als “Little” Victor, The Beale Street Blues Bopper en ook DJ “Mojo” Man. Mac is een Italiaans-Amerikaanse blues- en rootszanger, gitarist en mondharmonicaspeler, evenals platenverzamelaar, musicoloog, entertainer, dj, songwriter en producent. Hij is vooral bekend door zijn samenwerking met Louisiana Red op de albums ‘Back to the Black Bayou’ (2009) en ‘Memphis Mojo’ (2011).

In 2018 bracht Victor ‘Deluxe Lo-Fi’ uit. Het album werd opgenomen in een periode van acht jaar met verschillende muzikanten, waaronder de Downhome Kings, Kim Wilson, Big Jon Atkinson, Rusty Zinn, Carl Sonny Leyland, Steve Lucky en Harpdog Brown.​ Het album werd in hetzelfde jaar in het VK door The Blues Lounge verkozen tot "Album of the Year" en ook in Scandinavië door het tijdschrift Blues News.

“SOUTHERN BRED: VOL. 18 – JUMPIN’ from SIX to SIX”

“Album #6 is a musical melee with a battle between the traditional R&B artists and those who switched to R’n’R, and the new-breed arriving on the scene who were gaining the coin from the record-buying public. The album is about romance, clandestine love and pretty girls, getting burned with love fever. There’s room on the dance-floor for lots shaking, shuffling or jumping from six to six…”

“Album #6 is een muzikaal amalgaam met een strijd tussen de traditionele R&B-artiesten en degenen die zijn overgestapt naar R'n'R, en de nieuwe lichting die op het toneel verschijnt en snel terrein wint. Het album gaat over romantiek, clandestiene liefde en mooie meisjes, verbrand met liefdeskoorts. Er is ruimte op de dansvloer voor veel shaking, shuffling of jumping van zes tot zes…”.

Bij de “traditionele” artiesten behoren Ray Johnson (1930-2013) die met “I’ll Never Let You Go” het album opent. Van dezelfde leeftijd is The Big Rocker aka Leonard James LaCour Sr. Hij gooit zich hier op volle snelheid in de strijd met de “Rock’n’Roll Romance”. Een van de volgende generatie is Charles Sheffield. Hij heeft een zitje op de “Rock’n’Roll Train” en de Boogie Ramblers aka Shelton Dunaway & The Cupcakes, zij zijn op zoek naar “Cindy Lou”. Eddie Bo doet “Hey There Baby”,een nummer van McKinley. Plas Johnson “Blue John Shuffle” en Billy Tate, een Bartholomew nummer, “Single Life”. De titel song “From Six to Six” is een nummer van Jimmy Wilson & his Band, Clifton Chenier “It Happened so Fast” en “Whole Lotta Shakin’ Goin’ On” krijgen we hier te horen in de wat gelaten versie van drummer Earl Palmer (video). Van Tony Allen & The Chimes krijgen we het advies “Check Yourself Baby”, “Baby Do Liddle” is al de volgende rocker van ene Tommy Ridgley en “Quick Draw”, waarmee het album afsluit, is een compositie van Lee Price.

“SOUTHERN BRED: VOL. 19 – YOU BETTER BELIEVE IT”

“The seventh album is the penultimate album looking at the state’s home-grown artists. Both established and new-breed artists retain regional and cultural traditions. The electrifying mixture of styles of Blues, R&B, R’n’R are a sure-fire music party, with the emphasis on get up and dance. Several artists have relationship issues and the way to lose these blues is to let yourself lose and express the issues with a rocking and rolling approach…”

“Het zevende album is het voorlaatste album dat kijkt naar de artiesten van eigen bodem. Zowel gevestigde als nieuwe kunstenaars behouden regionale en culturele tradities. De opwindende mix van stijlen van Blues, R&B, R'n'R zijn een trefzeker muziekfeest, met de nadruk op opstaan en dansen. Verschillende artiesten hebben relatieproblemen en de manier om deze blues te verliezen, is om jezelf te laten verliezen en de problemen te uiten met een rockende en rollende aanpak…”.

Als ik de tracklist overloop en de “gekende” namen oversla, dan zijn het de volgende artiesten die wat aandacht verdienen. Little Sonny Thomas, een pianist, zanger en songwriter van Louisiana die er op “Winehead Baby” lustig oplos tokkelt, een swingende Nellie Lutcher & her Rhythm met “He’s a Real Gone Guy” en de saxofonist Herb Hardesty met zanger Walter “Papoose” Nelson op “Why Did We Have to Part”. Rolling Crew & Orchestra op “Cryin’ Emma”, Chuck Carbo & his band op “Lucy Brown”, Lester Robertson & his Band op “Oh Babe”, Clarence Carlow His Guitar & Orchestra “No No Baby”? Clarence Samuels op “Boogie Woogie Blues” en Tai Miller “B-A-B-Y”.

“SOUTHERN BRED: VOL. 20 – MARDI GRAS, in NEW ORLEANS”

“The eight and concluding exploration leaves the state the same way as it began, packed full of hot recordings from artists who provide music that is certain to please. The album includes group recordings with uncredited regional artists, and two New Orleans-bred Italian artists who left R&B sound, are added as an exception to the concept. One thing is for certain the Mardi Gras party is full of fun, frolics & dance music…”

“De achtste en afsluitende rockende trip laat alles achter zoals het begon, boordevol hete opnames van artiesten die muziek leveren die zeker zal bevallen. Het album bevat groepsopnames met niet-gecrediteerde regionale artiesten, en twee in New Orleans gefokte Italiaanse artiesten die het R&B-geluid hebben verlaten, zijn als uitzondering aan het concept toegevoegd. Eén ding is zeker, het Mardi Gras-feest zit vol met plezier, fratsen en dansmuziek…”.

The Diggers is een West Coast r&b band die in de studio stond met Two Crows en Lloyd Rowe. “Poison Ivy” is een opname uit 1955 voor Dig. The Flairs is een vocale mannen groep die met Richard Berry “Baby Wants” opnam. Pat Valdelar stond twee keer in de studio voor opnames voor Mercury in LA, CA. In 1959 was dat voor de opnames van “Baby, Rock Me” (video). Van The Mellow Drops is “The Crazy Song”, Nellie Lutcher doet samen met Nat King Cole op “For You My Love” en van Tony Allan is het advies “Rockin’ Shoes” te dragen. The Dell-Chords, een band uit Louisiana surfen erop los op “Say That You Love Me”, Allen Toussaint gooit alles op vanachter zijn piano op “Pilican Parade”, Fats Domino doet het op “Mardi Gras in New Orleans” en The Monitors (de ex-The Mellow Drops) doen het al doowoppend op “Hop Scotch”. Als je eens graag fluit, doe het dan met Louis Prima, Sam Butera & The Witnesses op “Whistle Stop”, met George Stevenson kan je afspreken op “Meet Me @ Grandma’s Joint” en met Blazer Boy doe je de “New Orleans Twist”. We gaan naar de finale met The Kidds en “Drunk Drunk Drunk”, Myles & Dupont en ”Loud Mouth Annie”, The Heart-Throbs en “So Glad” en eindigen in schoonheid en met veel gospel van The Delta Southernaires op de traditional “John the Revelator”.       

‘Southern Bred Louisiana & New Orleans R&B Rockers – Vol. 18-20’ zijn drie compilatiealbum met (opnieuw) telkens 28 originele nummers uit midden jaren 1950 die staan voor swing en stevige, rauwe en swingende R&R. Het album archiveert een deel van de muziekgeschiedenis van vooral zwarte muzikanten in Amerika, dat de basis is van wat nu wereldwijd vele muzikanten aanvuurt om te spelen en vele muziekliefhebbers boeit…” (ESC for Rootstime.be)

Eric Schuurmans